Van Cleef & Arpels omarmde in de jaren 1920 de art-decostijl en bedacht creaties die zich onderscheidden door hun geometrische, verfijnde lijnen. De sigarettenhouder uit 1920 van jaspis en platina, versierd met diamanten, illustreert deze trend. In dezelfde stijl is het exemplaar uit 1921. een van de eerste zogenaamde polshorloges, met een fluwelen band en een kostbare kast met een wijzerplaat versierd met briljantgeslepen diamanten.

In de jaren 1940 werd geelgoud alsmaar vaker verwerkt in de creaties van het Maison. Het was gemakkelijker te bewerken dan platina en bracht vanaf het einde van de jaren 1930 een stilistische en technische evolutie teweeg. Zo maakte men er kostbare accessoires voor dagelijks gebruik van, zoals deze hoedenbroche uit 1934 of de geldclip uit 1945, met een draaiende kast om de tijd aan te geven. Geelgoud komt ook terug in de sieradencreaties. Het collier uit 1945 getuigt van het technische vernuft kenmerkend voor het Maison, met name door zijn vorm en de samenstelling van drie flexibele rijen in geelgoud, het zogenaamde Tubogaz-gaaswerk, dat zijn oorsprong vindt in de Passe-Partout-creaties die in 1938 werden gepatenteerd. De sluiting van het collier werd op vernuftige wijze weggewerkt in het centrale motief aan de voorzijde. Deze ontwerpen getuigen van de belangstelling die het Maison had voor de couturewereld, wat duidelijk tot uiting komt in de variaties op het lintmotief. Van Cleef & Arpels putte ook inspiratie uit deze trend in de jaren 50 met het Corde-motief, weergegeven aan de hand van verwrongen goudwerk. De eerste Ludo-armband, een creatie uit 1934, weerspiegelde deze stijl, in combinatie met kwastjes aan de uiteinden. Verder paste het Maison ook gevlochten geelgoud toe, zoals te zien is op de avondtas uit 1959, geïnspireerd op mandwerk, waarin de Vanarp-lippenstifthouder past. Dit sierlijke en met goud gegraveerde object is een knipoog naar de door Van Cleef & Arpels ontworpen Vanarp, een lippenstifthouder met een drukknop die via een gleuf in de tas kan worden geschoven. Het drukmechanisme maakte het mogelijk om de dop te openen en te sluiten.

De tentoongestelde archiefstukken omvatten ook verfijnde accessoires. Een schets van een spiegel uit circa 1950 geeft dit object weer in de vorm van een gestileerd blad, waarvan de verwrongen goudkleurige rand doet denken aan de Corde-esthetiek. In de schets van Van Cleef & Arpels komt elk detail van dit sieraad volledig tot zijn recht.

De invloed van de couturewereld leidde in 1950 tot een ander iconisch sieraad van het Maison: het Zip-collier. Dit ingenieuze ontwerp is versierd met elementen die doen denken aan delicaat kantwerk en kan worden omgevormd tot een armband wanneer de rits volledig wordt gesloten. Naast het ritsmotief verwerkte Van Cleef & Arpels ook kantpatronen van filigrain, fonkelende strikken, robijnen linten en weelderige kwastjes van edelstenen in de creaties als eerbetoon aan het vakmanschap van zowel couturiers als juweliers. 

Er werd gebruikgemaakt van diverse technieken en materialen om deze vernieuwende creaties vorm te geven, wat ook duidelijk naar voren komt in de erfstukken en archiefstukken in deze tentoonstelling. Deze alledaagse voorwerpen, variërend van de sigarettenhouder in art-decostijl tot het Vannerie-avondtasje uit de jaren 50, belichamen de visie van Cleef & Arpels op de levenskunst.